De aanlevering van accijnsgoederen kan op verschillende manieren gebeuren. In onderstaande uitleg gaan we steeds uit van handel in communautaire accijnsgoederen.

Veraccijnsde goederenstroom: B2C (Afstandsverkopen)

Dit betreft een vereenvoudigde regeling voor de verkoop aan particuliere consumenten, waarbij een onderneming communautaire accijnsgoederen verkoopt aan particuliere verbruikers die gevestigd zijn in andere lidstaten. Vaak gaat het hier over E-Commerce binnen de EU, waarbij zogenaamde ‘afhaaltransacties’ worden uitgesloten. Binnen deze regeling zijn de accijnzen reeds betaald in de lidstaat van verzending en kunnen de goederen direct verzonden worden aan de particulieren zonder begeleidingsdocument voor accijnsdoeleinden. De verkopende onderneming dient steeds een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen in de lidstaat van verbruik. Deze fiscaal vertegenwoordiger staat uiteindelijk garant voor de periodieke betaling van de accijnzen in de lidstaat van verbruik op basis van de handelsfacturen. Na betaling van de accijnzen in de lidstaat van verbruik kan de verkopende onderneming een verzoek tot teruggave over de oorspronkelijk betaalde accijnzen indienen in de lidstaat van verzending.

Veraccijnsde goederenstroom B2B

Dit houdt in dat de accijnzen over de goederen reeds werden betaald door de leverancier in de lidstaat van vertrek. De aanlevering van veraccijnsde goederen dient te gebeuren onder dekking van een VGD document. Dit proces vraagt enige voorbereiding alvorens de goederen kunnen worden overgebracht naar de lidstaat van bestemming. Vóór effectief vertrek van de goederen dient er een aanmelding te gebeuren bij de accijnsdiensten in de lidstaat van bestemming. Deze aanmelding dient te gebeuren op basis van de handelsfacturen over de te verwachten zending. Bij de accijnsdiensten in de lidstaat van bestemming wordt dan een berekening gemaakt over de te betalen verschuldigdheden bij verbruik van de goederen waarover de accijnsvertegenwoordiger een borgstelling dient te plaatsen. Dit gaat gekoppeld met de toekenning van een uniek referentienummer, dewelke vermeld dient te worden in Vak 6 van het uiteindelijke VGD. Na toekenning van dit referentienummer in de lidstaat van bestemming kan het VGD opgemaakt worden in de lidstaat van vertrek. Het VGD dient de goederen te begeleiden bij overvoer. Na fysieke aankomst van de goederen zal er een verbruiksdocument worden opgemaakt over de zending in de lidstaat van bestemming door de accijnsvertegenwoordiger. Als het verbruiksdocument is opgemaakt dient er nog een verzoek te worden gericht aan de accijnsdiensten om de geplaatste borgstelling in de lidstaat van bestemming opnieuw vrij te geven. Dit verzoek gebeurt middels voorlegging van de handelsfacturen, de verbruiksaangifte en het originele VGD. Het VGD wordt op de achterzijde afgetekend/afgestempeld door de accijnsdiensten in de lidstaat van bestemming en een origineel exemplaar wordt teruggestuurd naar de accijnsvertegenwoordiger in de lidstaat van vertrek, opdat een verzoek tot teruggave van de oorspronkelijk daar betaalde accijns kan plaatsvinden.

Voorbeelden

A. Een Belgische bierbrouwer produceert 100 liter bier en betaalt hierop na productie meteen accijns aan de Belgische overheid. Nadien verkoopt de bierbrouwer deze 100 liter bier aan een café te België. Voor accijnsdoeleinden dient er geen verdere actie te worden ondernomen in België, aangezien het geen grensoverschrijdende verkoop betreft.

B. Een Nederlandse wijnboer produceert 100 liter wijn en betaalt hierop na productie meteen accijns aan de Nederlandse overheid. Nadien verkoopt de wijnboer deze 100 liter wijn echter aan een Belgisch restaurant. De overvoer van deze goederen dient te gebeuren onder dekking van een VGD (zie bovenstaande procedure). Voor accijnsdoeleinden dient er actie te worden ondernomen in België waar de goederen zullen worden verbruikt. Na betaling van de accijns in België kan de Nederlandse wijnboer dan een verzoek tot terugbetaling indienen te Nederland aangaande de ‘dubbele’ afdracht van de accijnzen.

Onveraccijnsde goederenstroom B2B

Dit houdt in dat de accijnzen over de goederen nog niet werden betaald door de leverancier in de lidstaat van vertrek. De aanlevering van onveraccijnsde goederen dient te gebeuren onder dekking van een e-AD. De koper (of een externe partner in de lidstaat van bestemming) dient te beschikken over de nodige accijnsvergunning(en) om de zending in ontvangst te nemen en af te handelen voor accijnsdoeleinden.

Voorbeeld

Een Nederlandse webshop verkoopt 100 liter wijn aan diverse Belgische particuliere consumenten zonder accijns te betalen aan de Nederlandse overheid. De Nederlandse webshop kan de wijn direct verzenden aan de Belgische consumenten en dient periodiek een overzicht te bezorgen aan de ‘fiscaal vertegenwoordiger’ opdat deze de correcte accijnsverschuldigdheden kan afdragen aan de Belgische overheid.

Import vanuit een derde land

Bij de invoer van accijnsgoederen uit een ‘derde land’ dient er rekening te worden gehouden met 3 vormen van verschuldigdheden; nl. douaneheffingen, BTW en accijns. De wijze van vertegenwoordiging en/of betaling van de verschuldigdheden is afhankelijk van diverse factoren zoals de plaats van binnenkomst in de Europese Unie, de eindbestemming van de accijnsgoederen en eventuele vergunningen van de importeur (of een externe partner van de importeur) op de eindbestemming.

Voorbeelden

A.  Een Belgische onderneming koopt wijn aan in Argentinië waarbij de goederen worden ingevoerd via België

Optie 1: Bij aankomst in de Europese Unie (haven van Antwerpen/Zeebrugge) kan er door de douane-expediteur een importaangifte gemaakt worden waarbij de douaneheffingen en accijnsverschuldigdheden direct voldaan worden via dezelfde importaangifte.

Optie 2: Na aankomst in de Europese Unie (haven van Antwerpen/Zeebrugge) kunnen de goederen worden opgeslagen in een belastingentrepot van zodra de importaangifte werd afgewerkt. Hierbij worden de douaneheffingen voldaan via de importaangifte, maar de accijnsverschuldigdheden worden tijdelijk ‘geschorst’ door opmaak van een e-AD naar het belastingentrepot.  *Voor opmaak van een e-AD na invoer dient de douane-expediteur over de nodige vergunning ‘Geregistreerd Afzender’ te beschikken.

B. Een Belgische onderneming koopt wijn aan in Argentinië waarbij de goederen worden ingevoerd via Nederland

Optie 1: Na aankomst in de Europese Unie (haven van Rotterdam) kan er in Nederland een importaangifte worden opgemaakt waarbij de eventuele douaneverschuldigdheden worden voldaan. Voor accijnsdoeleinden dient er een e-AD te worden opgemaakt naar België om de accijnsverschuldigdheden in de lidstaat van bestemming te voldoen. *Voor ontvangst van een e-AD na invoer dient de importeur (of zijn externe partner) over de nodige vergunning ‘Geregistreerd Geadresseerde’ of ‘belastingentrepot’ te beschikken

Optie 2: Na aankomst in de Europese Unie (haven van Rotterdam) kan er in Nederland een transitaangifte worden opgemaakt voor doorvoer van de accijnsgoederen naar België. In België kan er vervolgens (na aankomst van de goederen) een importaangifte worden opgemaakt voor betaling van douaneheffingen en accijnsverschuldigdheden.